Blatta orientalis

oosterse kakkerlak

Lengte 19-25 mm, januari-december

Kenmerken
Mannetje (062 1a g) met donkere roodbruine voorvleugels, die het achterlijf voor 1/4 onbedekt laten. Vrouwtje (062 1b g) met korte, rudimentaire voorvleugels achtervleugels ontbreken.

Voorkomen
In Europa komt deze exoot uit Zuidwest-Azië uitsluitend in gebouwen voor. Vroeger overal vrij algemeen, nu door bestrijdingsmaatregelen en verbeteringen in de hygiëne van het huishouden tamelijk zeldzaam geworden. Vooral in oude gebouwen, ziekenhuizen, bejaardentehuizen, kelders, souterrains en opslagruimten te vinden.

Levenswijze
De bakkerstor is een lichtschuwe soort die zich overdag verborgen houdt en in de vroege avond actief wordt tot in de nanacht. Hij voedt zich met vers keukenafval en met voedselvoorraden. Er wordt vaak beweerd dat deze kakkerlakken ziekten kunnen overbrengen, maar daarvoor ontbreekt nog ieder bewijs. Het vrouwtje produceert een aantal eipakketten die ze een paar dagen met zich meedraagt aan haar achterlijf en dan in een hoekje of gaatje afzet en met haar mond vastplakt. In een pakket zitten 12 tot 16 eieren. De nimfen komen na 7 tot 8 weken uit en zijn na ongeveer 6 tot 8 maanden volwassen.

%LABEL% (%SOURCE%)