Phyllodromica maculata

Lengte 7-8 mm, mei-oktober

Kenmerken
Bij het mannetje reiken de donkere vleugels tot bijna aan het uiteinde van het achterlijf. De lange voelsprieten hebben zwarte punten. Bij het vrouwtje zijn de vleugels kort en laten het achterlijf voor de helft onbedekt.

Voorkomen
Op zonnige plaatsen langs bosranden en op warme bergterrassen. Plaatselijk algemeen in Zuid-Europa, zeldzaam in Midden-Europa. Niet in Nederland en Belgiƫ.

%LABEL% (%SOURCE%)