Ledra aurita

oorcicade

Lengte 13-18 mm, juli-september

Kenmerken
Ondanks zijn behoorlijke grootte behoort de oorcicade tot de familie Cicadellidae. Deze familie is met enige honderden, overwegend kleine, moeilijk te determineren soorten in Nederland en Belgiƫ vertegenwoordigd. De oorcicade is een onmiskenbare vertegenwoordiger door de aan beide zijden van het halsschild, scheef naar boven gerichte oorvomige uitgroeisels. De kop lijkt aan de voorkant op een plat schepje.

Voorkomen
Langs bosranden op de stam van bomen en struiken. Lokaal niet zeldzaam, maar moeilijk te vinden.

Levenswijze
De platte, grijsbruine nimf (118 1b g) heeft een tweejarige ontwikkelingstijd. Hij overwintert de eerste keer als jonge nimf, de tweede keer is hij bijna volwassen. Net als het volwassen dier leeft de nimf op schors en is heel moeilijk te ontdekken. De volwassen cicade houdt zich meestal hoog in de boomkruin op en vliegt in het donker, soms op verlichte vensters.

%LABEL% (%SOURCE%)