Trioza dispar

leeuwentandbladvlo

Lengte 2-2,5 mm, juli-mei

Kenmerken
Bruine, tamelijk kleine bladvlo met doorzichtige of geel getinte vleugels, lijkt op Psylla alni (volwassen dier niet afgebeeld).

Voorkomen
Vooral op leeuwentand en verwante composieten, niet zo algemeen.

Levenswijze
De nimfen (122 3 g) ontwikkelen zich aan de onderzijde van leeuwentandbladeren. De aangetaste bladeren zijn aan de bovenkant te herkennen aan bobbelige opzwellingen. Het lichaam van de nimfen is sterk afgeplat, van bovenaf gezien enigszins peervormig met brede kop en borststuk en een smaller achterlijf. Aan de zijkanten worden in een ring wasdraden afgezet en gedrapeerd in een franjeachtige zoom. Aan het achterlijf groeien de draden sneller dan aan de zijkanten en buigen ietwat naar boven. Al met al krijgen de dieren zo een eigenaardig uiterlijk, dat moeilijk is thuis te brengen als je niet weet wat het is.

%LABEL% (%SOURCE%)