Carabus coriaceus

lederloopkever

Lengte 30-40 mm, januari-december.

Kenmerken
Grootste, inheemse loopkever. Lijkt wat op Carabus violaceus. Kleur dofzwart. Dekschilden met grove stippen en rimpels.

Voorkomen
In allerlei typen niet te droog bos, maar ook op kalkgraslanden. In Nederland tamelijk zeldzaam in Limburg, in de Ardennen (Belgiƫ) wat algemener.

Levenswijze
Nachtactief. Voedt zich vooral met regenwormen, slakken en aas. Zoals bij alle loopkevers wordt de prooi buiten het lichaam verteerd en als verteerde soep opgelikt. Stoot bij alarmering ter verdediging verterend maagsap af en een stinkende afscheiding uit de anaalklieren.

%LABEL% (%SOURCE%)