Phosphuga atrata

slakkenaaskever

Lengte 10-16 mm, januari-december.

Kenmerken
Lichaam afgeplat en eenkleurig zwart. Verschilt van andere aaskevers door de snuitvormig verlengde kop.

Voorkomen
In vochtige bossen, algemeen daar waar veel huisjesslakken zijn.

Levenswijze
In tegenstelling tot de andere aaskevers voedt deze soort zich vrijwel uitsluitend met huisjesslakken. De kever bijt de slak eerst, zodat deze zich terugtrekt in zijn huisje, waarna er verteringssappen op los worden gelaten, die de slak eerst doden en tot een eetbare brij transformeren.

%LABEL% (%SOURCE%)