13-stippelig lieveheersbeestje
Lengte 5-7 mm, januari-december.
Kenmerken
Deze soort is wat langwerpiger en afgeplatter dan andere lieveheersbeestjes. Halsschild gelig wit met een grote, zwarte vlek in het midden en 2 kleinere, zwarte punten. Dekschilden rood met 13 vlekken.
Voorkomen
Bij begroeide oevers op riet en andere (water)planten in moerassige gebieden. Plaatselijk niet zeldzaam.
Levenswijze
Kever en larve voeden zich met op oeverplanten levende bladluizen, bijvoorbeeld op egelskop en pijlkruid.