Pachyta quadrimaculata

Lengte 11-20 mm, juli-augustus.

Kenmerken
Korte, robuust gebouwde, maar naar achteren versmalde boktor met geelbruine dekschilden en 4 markante, scherp begrensde, zwarte vlekken.

Voorkomen
Niet algemeen, op bloemen langs naaldbosranden en op bergweiden in het middelgebergte en in de Alpen. Niet in Nederland.

Levenswijze
Larve ontwikkelt zich vooral in afgestorven wortels van de spar. De ontwikkeling duurt 3 jaar en de verpopping vindt plaats in de aardbodem.

%LABEL% (%SOURCE%)