Phyllobius soort

groene bladsnuitkever en verwanten

Lengte 5-10 mm, april-juli.

Kenmerken
De groene bladsnuitkever Phyllobius pomaceus is zeer moeilijk te onderscheiden van ca. 15 andere Phyllobius soorten. Alle zijn blauw- of groenachtig met metaalachtige glans en hebben een tamelijk korte snuit met aan weerszijde een groeve voor het opbergen van de sprieten. Dekschilden van voren met duidelijk ontwikkelde schouderhoeken.

Voorkomen
In bossen en bosschages en allerlei terreinen. Algemeen in Nederland en Belgiƫ.

Levenswijze
De kevers eten van bladeren van verschillende loofbomen en kruiden, zelden naaldbomen. De larven ontwikkelen zich onderaards op boomwortels en de wortels van enige kruidachtige planten. Veel exemplaren kunnen jonge bomen doen afsterven.

Gelijkende soorten
De ca. 18 struiksnuittorren van het geslacht Polydrusus lijken zeer op Phyllobius, maar verschillen door de afgevlakte schouderhoeken van de dekschilden.

%LABEL% (%SOURCE%)