Stylops soort

waaiervleugelige

Spanwijdte mannetje 6-10 mm, lengte vrouwtje 4-7 mm, februari-april.

Kenmerken
Mannetje zwartbruin met waaiervormige achtervleugels (206 1a g). Vrouwtje leeft gedeeltelijk verborgen als bruin, uitstekend flapje in het achterlijf van zandbijen (206 1b g) (vooral Andrena). Een bij kan meerdere waaiervleugeligen bevatten.

Voorkomen
Op zonnige plaatsen, langs wegen en bij steilwandjes, daar waar zandbijen nestelen. Niet algemeen.

Levenswijze
Waaiervleugeligen vormen een orde van insecten die parasitair leven op heel verschillende andere orden van insecten, onder andere op solitaire bijen, solitaire en sociale wespen, cicaden en sprinkhanen. Stylops soorten doorlopen hun ontwikkeling in het lichaam van zandbijen. Ze verpoppen in het achterlijf en hechten zich met de achterlijfspunt tussen de achterlijfssegmenten van de bijen (206 1b g). Poppen zien eruit als tonnetjes, zoals bij vliegen (waar de orde het meest verwant mee is). Het vrouwtje blijft in deze houding in de bij zitten. Alle aanhangsels en inwendige organen zijn sterk gereduceerd, zo heeft zij geen poten, ogen en voelsprieten, haar lichaam is vrijwel ongesegmenteerd en ook heeft zij geen ovarium (de eieren drijven los in de lichaamsholte). Het mannetje vervelt tot een gevleugeld insect, maar uitgekomen leeft hij maar enkele uren en eet niet. Het mannetje vliegt met de brede waaiervormige achtervleugels (de voorvleugels zijn rudimentair) (206 1a g) en gaat onmiddellijk op zoek naar een gastheerbij met vrouwtjes. De paring vindt plaats op de bij. Na de paring produceert het vrouwtje enige duizenden, minuscule larfjes in haar lichaam. Deze verlaten het vrouwtje en worden door de bij verspreid over een groot aantal bloemen. Op de bloemen krijgen zij een kans een nieuwe bij te vinden en laten zich naar haar nest vervoeren. Vele larven zullen echter geen nieuwe gastheer vinden en sterven. In het nest dringt (dringen) een of een paar larven een bijenlarve binnen. De verdere ontwikkeling tot imago vindt plaats in de larve en later in de pop. Geparasiteerde (of gestylopiseerde) zandbijen worden in de regel gecastreerd door de waaiervleugelige en maken in het voorjaar geen nest.

%LABEL% (%SOURCE%)