Culex pipiens

gewone steekmug

Lengte 4-6 mm, januari-december.

Kenmerken
Achterlijf van het vrouwtje stomp eindigend; achterlijfssegmenten met ieder een wit bandje aan de voorrand. Palpen van het mannetje steken omhoog (212 2e g).

Voorkomen
Zeer algemene soort, vrouwtjes overwinteren vaak in gebouwen.

Levenswijze
De gewone steekmug heeft een voorkeur voor het bloed van vogels en zuigt zelden bij mensen. De vrouwtjesmuggen overwinteren op beschutte plaatsen, zoals holen en kelders. De 200-400 eieren worden in drijvende pakketjes op het wateroppervlak gelegd (212 2a g). De larven (212 2b g) hangen aan hun scheef ingeplante ademhalingbuis aan het wateroppervlak en duiken bij verstoring met kronkelende bewegingen snel naar beneden. Ze voeden zich door minuscule deeltjes met de monddelen uit het water te zeven. De beweeglijke en eveneens rap zwemmende poppen (212 2c g) hangen ook aan het wateroppervlak en ademen door een paar korte buisjes in de thorax. Na enkele dagen kruipt de mug uit de pophuid op het wateroppervlak (mannetje [link][image][filename]212_2d_g.jpg212 2d g[/text][/image][/link], [link][image][filename]212_2e_g.jpg212 2e g[/text][/image][/link].

%LABEL% (%SOURCE%)