Vermileo vermileo

wormleeuw

Lengte 5-12 mm, mei-juli.

Kenmerken
Zeer slanke, geel en zwart getekende soort uit de familie Vermileonidae (224 3a g). Borststuk hoog gewelfd, met op de rugzijde drie lengtestrepen.

Voorkomen
Op warme, schaduwrijke plaatsen. In het Middellandse Zeegebied algemeen, naar het noorden toe tot in de dalen van de zuidelijke Alpen. Niet in Nederland en Belgiƫ.

Levenswijze
De 9-12 mm lange, made-achtige larve is de eigenlijke wormleeuw. Hij bouwt in zandige grond valkuilen die aan die van mierenleeuwen doen denken. Echter, in tegenstelling tot mierenleeuwen leeft de wormleeuw op schaduwrijke plaatsen, vooral onder zogenaamde steilkantjes langs paden of aan de voet van bomen en muren, maar ook wel tussen de reten van straattegels midden in steden. De larve verplaatst het zand met de voorkant van haar lichaam, dat enigszins schepvormig gebouwd is (224 3c g). Telkens wordt er een hapje zand genomen en ver weggeschoten. Zo ontstaat er een vangtrechter, die van onderen wat ronder is dan die van een mierenleeuw en meer op een eibeker lijkt (224 3b g). De in de grond levende wormleeuw slingert zich met de voorste deel van het lichaam om prooien, meestal mieren, en doodt ze door middel van een beet met gif uit de speekselklieren.

%LABEL% (%SOURCE%)