Empis tesselata

Lengte 11-13 mm, mei-augustus.

Kenmerken
Grootste, inheemse dansvlieg. Vleugels van het mannetje duidelijk donkerder en breder dan die van het vrouwtje. Zeer lange, slanke steeksnuit.

Voorkomen
Op veel verschillende, niet al te droge biotopen heel algemeen.

Levenswijze
De zeer goed herkenbare vliegen zijn vaak nectar zuigend op bloemen te vinden. Voor de paring, vaak in juni, vangt het mannetje een groot insect, soms groter dan hij zelf, en doodt deze door een giftige beet met de steeksnuit. Daarna sluit het mannetje zich aan bij een zwerm dansende soortgenoten. Als een vrouwtje komt langs gevlogen wordt haar de prooi als bruidsschat aangeboden. Als zij hem accepteert wordt de prooi aan haar overgedragen en beweegt het paar zich in een bosje waar de paring plaatsvindt. Daarbij hangt het mannetje met de voorpoten aan een takje, terwijl hij het vrouwtje dat onder hem hangt met de midden- en achterpoten vasthoudt. Het vrouwtje zuigt tijdens de paring aan de prooi.

%LABEL% (%SOURCE%)