Ochthera mantis

bidsprinkhaanvlieg

Lengte 4-5 mm, juli-september.

Kenmerken
Kleine vlieg met een koperglanzend lichaam en opvallend grote, krachtige voorpoten, die gespecialiseerd zijn op het vangen van andere insecten. De dijen zijn sterk verdikt en aan de onderkant uitgerust met een rij doorns. De schenen lopen gebogen uit in een spore en passen perfect op de vorm van de dijen. Bij het dichtklappen van de vangpoot kan een prooi zo stevig worden vastgehouden. De facetogen zijn groot, naar boven verbreed en hoog in de kop, een beetje verzonken, ingeplant. Van voren is de kop driehoekig, zoals bij bidsprinkhanen.

Voorkomen
Meestal te vinden op oeverplanten langs stilstaand water. Algemeen in Nederland en Belgiƫ.

Levenswijze
De kleine vlieg vangt met haar lange, imposante vangpoten andere kleine insecten en zuigt deze uit.

%LABEL% (%SOURCE%)