Agromyzide soort

mineervliegen

Lengte 2-3 mm, april-oktober.

Kenmerken
Zeer kleine, onopvallende, donkere vliegen, die alleen door specialisten op naam kunnen worden gebracht (vliegen niet afgebeeld).

Voorkomen
Meer dan 200 soorten in Nederland en België in verschillende biotopen.

Levenswijze
De larven van mineervliegen maken vraatgangen in het parenchymweefsel (vlak onder de opperhuid of epidermis) van planten. Er zijn wortel-, blad, bloem- en stengelmineerders. De mineergangen zijn vaak wat gezwollen en hebben allerlei sierlijke, soortskarakteristieke vormen (238 2 g). De meeste mineervliegen zijn gespecialiseerd op bepaalde planten en aan hun mineergang kunnen ze vaak worden geïdentificeerd.

%LABEL% (%SOURCE%)