Scatophaga stercoraria

strontvlieg

Lengte 5-10 mm, april-oktober.

Kenmerken
Dicht behaarde vlieg. Mannetje goudgeel (240 1a g), vrouwtje grijzig.

Voorkomen
Overal heel algemeen in verschillende biotopen, maar vooral in weiden met runderen.

Levenswijze
De strontvlieg bezoekt regelmatig bloemen om nectar te zuigen, maar vangt ook kleine insecten en zuigt die uit met haar korte, puntige zuigsnuit. De mannetjes treffen de vrouwtjes op verse koeienvlaaien en “nemen ze mee” naar een stil plekje (monopoliseren ze een tijdje) voor de paring. Daarna keren ze terug en legt het vrouwtje de ongeveer 1 mm lange eieren, die zijn voorzien van zijvleugeltjes opdat ze niet in de verse mest zinken en stikken (240 1b g). De ca. 10 mm lang wordende larve ontwikkelt zich in de mest.

%LABEL% (%SOURCE%)