Sarcophaga carnaria

dambordvlieg

Lengte 13-15 mm, april-oktober.

Kenmerken
Grote, grijze vlieg met donkere lengtestrepen op het borststuk en met afwisselend lichte en donker vlekken als op een dambord op het achterlijf.

Voorkomen
Overal heel algemeen in allerlei biotopen.

Levenswijze
De vlieg is vaak op bloemen te vinden om met de stempelvormige zuigsnuit nectar en stuifmeel op te nemen. Anders dan men vroeger dacht zijn de larven van Sarcophagidae (ca. 50 soorten in Nederland) geen aaseters, maar carnivoor of parasitair. Die van de dambordvlieg ontwikkelen zich waarschijnlijk uitsluitend op regenwormen. Het vrouwtje legt haar eieren bij de ingang van de kruipgangen van regenwormen. De uitgekomen larven gaan dan op zoek naar de worm en dringen in diens lichaam naar binnen. Ze doden de regenworm en zijn binnen enkele dagen al volgroeid.

%LABEL% (%SOURCE%)