Prosena siberita

Lengte 8-12 mm, juni-oktober.

Kenmerken
Goed herkenbare grijze sluipvlieg met een zeer karakteristieke, lange naar onderen gebogen zuigsnuit.

Voorkomen
In zandige gebieden en op droge (kalk)graslanden. Algemeen in Nederland en Belgiƫ.

Levenswijze
De vlieg bezoekt bloemen en kan met de lange zuigsnuit vrij diep gelegen nectarbronnen in bloemen bereiken. De larven ontwikkelen zich in bladsprietkevers van het geslacht Anomala.

%LABEL% (%SOURCE%)