Oestrus ovis

schapenhorzel

Lengte 10-12 mm, mei-juli.

Kenmerken
Gedrongen, grijsbruine horzel met korte grijze beharing en dikke kop. Monddelen sterk gereduceerd; de vlieg neemt geen voedsel meer tot zich.

Voorkomen
Wereldwijde verspreiding, overal waar schapen voorkomen.

Levenswijze
Larven worden in neusgaten van schapen, of soms van geiten gelegd en ontwikkelen zich in de voorhoofdsholte. Volgroeide larven kruipen terug in de neusgaten en worden uitgeniesd. Verpopping in de grond.

%LABEL% (%SOURCE%)