staalblauwe spinselbladwesp
Lengte 10-12 mm, april-juni.
Kenmerken
Diep staalblauwe soort met donkere vleugels. Vrouwtje met licht rode kop (246 4 g).
Voorkomen
Op de zandgronden bij bosranden en dennenbestanden; niet algemeen in Nederland en België.
Levenswijze
De larven ontwikkelen zich op dennen en leven gezamenlijk bijeen in een spinsel dat in tegenstelling tot vlinderrupsen maar weinig keutels bevat. Zij hebben geen buikpoten. Ontwikkeling vindt meestal in een seizoen plaats, maar kan soms ook 2 tot 3 jaar duren. Verpopping in de grond in een holletje.