Praon soort

Lengte 2-3 mm, april-september.

Kenmerken
Een groep van kleine sluipwespen die alleen door specialisten kunnen worden gedetermineerd (wespen niet afgebeeld).

Voorkomen
Overal algemeen voorkomend.

Levenswijze
De wespenlarve ontwikkelt zich solitair in een bladluis, die ze van binnenuit geheel leeg eet. Vervolgens spint de larve een sokkelvormig cocon onder de lege huid van de voormalige gastheer (252 1 g). Andere soorten bladluissluipwespen (familie Braconidae : Aphidiinae) spinnen een cocon in de lege bladluis. Deze worden bladluismummie’s genoemd.

%LABEL% (%SOURCE%)