Vespa crabro

hoornaar

Lengte 18-35 mm, januari-december.

Kenmerken
Grootste inheemse wesp met zwart en rood gekleurd mesosoma (thorax) en een zwart, rood en geel getekend metasoma (achterlijf). ‘Slapen’ (achter de ogen) zeer breed, vaak meer rood dan geel gekleurd.

Voorkomen
Vooral in lichte bossen en tuinen. In Nederland en België verspreid over het hele land, maar in de kuststreek en het noorden zeldzaam.

Levenswijze
De nesten van hoornaars blijven maar een zomerhalfjaar bestaan. De stichting van het nest voltrekt zich op dezelfde wijze als bij de andere sociale wespen. De koningin die overwintert zoekt in het voorjaar een geschikte plaats uit voor een nieuw nest. Vaak kiest de koningin voor een holle boom, of een lege vogelnestkast, ruimten onder daken of in schuren. Zelden bouwt de hoornaar zijn nest ondergronds. Jonge nesten lijken in hun aanvangsfase gevoelig te zijn voor ongunstige weersomstandigheden, zodat bij perioden van slecht weer weinig nesten tot ontwikkeling komen. Als bouwmateriaal wordt evenals bij de gewone wesp (Vespula vulgaris) vooral vergaand hout gebruikt, dat vermengd wordt met speeksel en tot papier wordt verwerkt. De kleur van het nest is veelal geelbruin tot roodbruin. Typerend voor de buitenkant van het nest zijn de schelpvormig aangezette omhulselstukken. Binnen in het nest hangen de 6-kantige broedcellen, waarin zich de larven ontwikkelen die met de kop naar beneden hangen (270 1a g). De ingang van het nest ligt aan de onderzijde en blijft steeds open (270 1b g). Hierdoor vallen ook de uitwerpselen van de dieren naar beneden, waardoor zich een latrine onder het nest vormt. Eind september heeft het nest de maximale grootte bereikt van 30-40 cm, soms meer dan een halve meter in doorsnede en tot 60 cm hoogte (270 1c g). Als een deel van de mantel van het nest is verwijderd zijn er 10 raten te tellen (270 1d g). Toch telt de kolonie zelden meer dan 1000 individuen. Als voedsel worden allerlei insecten gevangen die tot balletjes ‘vlees’ worden gekauwd en aan de larven gevoerd. Hoornaars knagen ook aan bomen (vooral berken) om zoete sapstromen te maken. De sapstromen worden weken lang open gehouden en verdedigd tegen andere snoepende dieren. In de loop van oktober of vroeg in november valt het nest uiteen. Alleen de nieuwe generatie koninginnen overwintert. Hoornaars hebben sterk te lijden van vooroordelen als zouden het bijzonder gevaarlijke dieren zijn. Echter een steek is niet gevaarlijker dan die van bijen of andere wespen, alleen onder bepaalde omstandigheden hoogstens iets pijnlijker. Hoornaars zijn ook niet erg agressief en vallen de mens niet lastig op terrasjes of in de tuin bij de koffietafel.

%LABEL% (%SOURCE%)