Dipogon variegatum

zuidelijke baardspinnendoder

Lengte 5-10 mm, mei-juli.

Kenmerken
Geheel zwarte baardspinnendoder. Zeer markant is de opvallende vleugeltekening: voorvleugels dragen een brede donkere band en meer naar de basis nog een smallere donkere band, waardoor in rust (als de vleugels over elkaar liggen) de top van de vleugel opvalt als een witte vlek.

Voorkomen
Deze soort vooral op muren en rotspartijen, zelden op steilwanden en boomstammen. Niet algemeen. In Nederland alleen in Zuid-Limburg en in Zuidoost-Belgiƫ.

Levenswijze
Deze wesp behoort tot een groep van in bomen levende spinnendoders. Zij vangt bij voorkeur krabspinnen (280 3 g). Er wordt in reeds bestaande holten genesteld, bijv. in muurspleten en onder schors.

%LABEL% (%SOURCE%)