Coelioxys conoidea

grote kegelbij

Lengte 12-16 mm, juli-augustus.

Kenmerken
Achterlijf kegelvormig versmald; bij het vrouwtje puntig toegespitst (306 4 g); bij het mannetje stomp met op het eind 8 doorntjes. Lichaam sterk gepuncteerd, achterlijfssegmenten met driehoekige, witte haarvlekken.

Voorkomen
In warme, zandige gebieden. Overal zeldzaam, in Nederland recent nog het meest gevonden in de kustduinen, maar vroeger ook in het binnenland.

Levenswijze
Kegelbijen parasiteren als koekoeksbijen de nesten van behangersbijen (Megachile). Ze verzamelen geen stuifmeel en missen daarom een buikschuier. De kustbehangersbij, Megachile maritima, is de gastheer van de grote kegelbij. De kegelbij legt haar ei in de wand van de nog open nesten van de behangersbij. Haar larve doodt het ei of de jonge larve van de gastheer en consumeert vervolgens de stuifmeel-nectarmix.

%LABEL% (%SOURCE%)