Lengte 3-5 mm. Spanwijdte vleugels 12-16 mm, september-oktober
Kenmerken
Lijkt enigszins op Enoicyla pusilla, maar is doorgaans groter. Mannetje (326 2a g) met wat bredere en iets donkerdere vleugels. Palpen gelig. Bij het vrouwtje (326 2b g) zijn de vleugels iets minder gereduceerd en reiken na de eileg tot aan het midden van het achterlijf. Familie Limnephilidae.
Voorkomen
In vochtige bossen en langs de schaduwrijke oevers van beken en rivieren. Deze soort is meer gebonden aan een vochtigere omgeving dan Enoicyla pusilla. Beide soorten kunnen wel samen voorkomen, maar Enoicyla reichenbachi komt niet in België en Nederland voor.
Levenswijze
De levenswijze van deze schietmot lijkt sterk op die van Enoicyla pusilla. De ontwikkeling vindt geheel buiten het water plaats. De larve (326 2c g) bouwt haar ca. 10 mm lange koker niet uit zandkorrels, maar uit droge plantendelen. Ze leeft in het bladstrooisel en voedt zich met mossen en afgevallen bladeren.