Narycia duplicella

Spanwijdte vleugels mannetje 9-11 mm. vrouwtje 7-9 mm, april-juni

Kenmerken
Eén van de kleinste soorten zakjesdragers. Beide seksen gevleugeld. Vleugels zwart met contrasterende, witte vlekken.

Voorkomen
Niet zeldzaam in loofbossen op bemoste boomstammen.

Levenswijze
De rups bouwt een tot 5 mm lang, plat spinselzakje, dat met groene algen en mos is bedekt (336 1b g).

%LABEL% (%SOURCE%)