Apocheima pilosaria

perentak

Spanwijdte vleugels 35-40 mm, februari-maart

Kenmerken
Mannetje (348 3 g) met grijze, onduidelijk donker getekende vleugels. Vrouwtje grijs van kleur met zeer kleine vleugelstompjes.

Voorkomen
Niet zeldzaam rond houtwallen, in bossen en tuinen.

Levenswijze
In tegenstelling tot de wintervlinder is dit een zeer vroeg vliegende soort. Vrouwtje op boomstammen. Takvormige rups is grijsbruin met donkerdere knopvormige wratten en leeft op loofbomen en struiken.

%LABEL% (%SOURCE%)