hermelijnvlinder
Spanwijdte vleugels 45-70 mm, april-juli
Kenmerken
Vlinder witgrijs, vrouwtje iets groter dan mannetje en sterker getekend met grijszwarte booglijntjes.
Voorkomen
Niet zeldzaam in wilgen- en populierenbossen in open landschap.
Levenswijze
Net als de eekhoornvlinder strekt de hermelijn in rust haar voorpoten recht naar voren (358 1b g). De heldergroene rups kan tot 7 cm lang worden en is opvallend getekend met een zwarte rugtekening of zadel en een donkere kop met op het eerste borststuksegment een lichtrode ring. Evenals de rups van de eekhoorn zijn de naschuivers (achterste zuignappen) niet functioneel meer en bij deze soort gemodificeerd in 2 lange, zweepachtige structuren. Bij verstoring trekt de rups haar kop terug in de rode ring en richt zich op en perst al wuivend 2 rode draden uit de gegaffelde staart aan haar achterlijf naar buiten (358 1a g). Als deze dreighouding nog niet voldoet kan zij ook nog uit een spleet onder haar kop een klierstof spuiten die b.v. mieren op afstand houdt (op foto te zien). De rups leeft op populier en wilg.