Drepana falcataria

berkeneenstaart

Spanwijdte vleugels 27-35 mm, april-augustus

Kenmerken
Voorvleugels geelbruin met een langwerpige, blauwe vlek en donkere, golfvormige lijnen, in rust vlak. Vleugelspits verlengd en naar onderen gebogen, zoals typisch voor de familie.

Voorkomen
Vooral op zandgrond in berkenrijke heidebossen en moerasbos.

Levenswijze
Twee generaties per jaar, zomervorm lichter dan voorjaarsvorm. Groengele staartrups met roodbruine rugvlekken en gepaarde wratjes op een aantal segmenten. Voedselplanten: berk, zelden op els. Zij leeft in juni-juli en september-oktober tussen samengesponnen bladeren, overwintert als pop tussen dor blad.

%LABEL% (%SOURCE%)