Deilephila elpenor

groot avondrood

Spanwijdte vleugels 45-60 mm, mei-augustus

Kenmerken
Lichaam en voorvleugels bronsgroen met roze strepen. Achtervleugels roze met zwarte basis.

Voorkomen
Vrij algemeen in allerlei open terreinen, ook in tuinen.

Levenswijze
De vlinder vliegt in de avondschemering graag op kamperfoelie. De rups wordt doorgaans vaker waargenomen dan de vlinder. Hij is donkerbruin tot bruingroen met op de eerste segmenten van het achterlijf (segmenten 4-5) 2 paar grote oogvlekken en een tamelijk korte doorn (366 1b g). Bij verstoring richt zij het voorste deel van het lichaam op en trekt de kop in. Door de vloeistofspanning in het lichaam zwellen de segment 4-5 op en daarmee ook de oogvlekken. Op die manier worden mogelijke, natuurlijke vijanden afgeschrikt. De rups is nachtactief en houdt zich overdag schuil op de grond. Voedselplanten: meestal wilgenroosje en walstro, soms rozen, fuchsia’s en wijnranken. Overwintering als pop in een popkamer in de grond.

%LABEL% (%SOURCE%)