Lymantria dispar

plakker

Spanwijdte vleugels 32-55 mm, juni-september

Kenmerken
Mannetje donkerbruin met sterk gekamde voelsprieten. Vrouwtje (372 3a g) geelwit en veel groter dan mannetje.

Voorkomen
In warme gebieden in Zuid-Europa heel algemeen. In Nederland en Belgiƫ algemeen, vooral de laatste jaren flink toegenomen en redelijk verspreid. Kan zich na warme zomers sterk vermeerderen.

Levenswijze
Mannetje vliegt overdag, vrouwtje vliegt niet en zit op boomstammen. Ze bedekt de eieren met gele haren van de achterlijfspunt. Rups variabel getekend, leeft op vele bladverliezende bomen, doch vooral op eik (372 3b g). Na een bevolkingsexplosie kunnen bomen worden ontbladerd, maar het jaar daarop klapt de populatie door het optreden van parasieten en ziekten weer in elkaar.

%LABEL% (%SOURCE%)