Minois dryas

blauwoogvlinder

Spanwijdte vleugels 45-60 mm, juli-september

Kenmerken
Bovenzijde donker met in de voorvleugel zwarte oogvlekken met blauwe kern. Het kleinere mannetje heeft ook kleinere oogvlekken dan het vrouwtje (396 5 g).

Voorkomen
Op plaatsen met ruige, grazige vegetaties, vooral kalkgraslanden, maar ook in moerassen. Zuidelijke soort, niet in Nederland en Belgiƫ.

%LABEL% (%SOURCE%)