kleine parelmoervlinder
Spanwijdte vleugels 35-45 mm, april-oktober
Kenmerken
Bovenzijde vleugels geelrood met tamelijk regelmatig verdeelde zwarte vlekken. Onderzijde achtervleugels met grote, witte parelmoervlekken en een rij zwart omringde vlekken (406 2b g).
Voorkomen
Vooral in open landschappen, braakakkers, graslanden met schrale en lage begroeiing. In Nederland en Belgiƫ vooral in de kustduinen, in Belgiƫ ook in de Ardennen.
Levenswijze
De soort heeft 3, soms wel 4 generaties per jaar. De overwintering vindt plaats in het pop- of rupsstadium, maar ook wel als volwassen vlinder. De rups is zwartbruin met bruine doorns en leeft op viooltjes, vooral op die met een 2-jarige ontwikkelingscyclus, zoals akkerviooltje en 3-kleurig viooltje.