Euphydryas aurinia

moerasparelmoervlinder

Spanwijdte vleugels 35-38 mm, mei-juli

Kenmerken
Uiterlijk variabel. Bovenzijde vleugels met gele en geelrode banden en zwart traliepatroon. Onderzijde achtervleugels met gele band voor de witte maanvlekken en een rij van licht omrande zwarte stipjes.

Voorkomen
In blauwgraslanden in moerassige streken en in schrale kalkgraslanden In Nederland sinds 1981 verdwenen; in Zuidoost-Belgiƫ nog tamelijk verspreid.

Levenswijze
De zwarte rups met 3 zilverachtige lengtestrepen leeft vooral op blauwe knoop en duifkruid. In de hoge Alpen vliegt de duidelijk bleker gekleurde ondersoort E. aurinia debilis die zich op gentianen ontwikkelt.

%LABEL% (%SOURCE%)