Euphydryas cynthia

witbonte parelmoervlinder

Spanwijdte vleugels 35-40 mm, juni-augustus

Kenmerken
Bovenzijde vleugels mannetje (408 5 g) met witte tekening, vrouwtje lijkt erg op dat van de moerasparelmoervlinder (Euphydryas aurinia).

Voorkomen
Op open grazige hellingen met veel lage struiken. Alpen tot in Bulgarije. Niet in Nederland en Belgiƫ.

Levenswijze
De vlinders vertonen sterk gregair eileggedrag. De zwarte rupsen met gele ringen tussen de segmentscheidingen kunnen dan soms met honderden tegelijk op een relatief klein oppervlak worden gevonden. De rupsen ontwikkelen zich in 2 jaar vooral op alpenweegbree (Plantago alpina) en Viola calcarata. Overwintert twee keer als rups.

%LABEL% (%SOURCE%)