zuidelijke luzernevlinder
Spanwijdte vleugels 35-45 mm, april-oktober
Kenmerken
Mannetjes warm, citroengeel van kleur, vrouwtjes groenachtig-geel. Vleugelrand diep rood tot zwart. Achtervleugels vaak met celvlek in de vorm van een acht.
Voorkomen
Vooral in graslanden met lage begroeiing. Dwaalgast in Zuidoost-Nederland, weinig verspreid in Zuidoost-Belgiƫ.
Levenswijze
Groene rups heeft 3 helder gele lengtestrepen en 5 rijen zwarte punten (412 4b g). Voedselplant: vooral paardenhoefklaver en plaatselijk soms op kroonkruid.
Gelijkende soorten
De gele luzernevlinder (C. hyale) wordt vaker waargenomen, maar is moeilijk te onderscheiden van C. alfacariensis. De rups is echter donkergroen met maar 2 smalle witgele lengtestrepen zonder zwarte puntjes.