koningspage
Spanwijdte vleugels 50-70 mm, april-augustus
Kenmerken
Vleugels lichtgeel van kleur met een patroon van zwarte lengtestrepen. Achtervleugels met rood omrande, blauwe vlekken, in de zoom een aantal blauwe maanvlekken en 2 lange, zwarte staarten.
Voorkomen
Noordelijk van de Alpen zeldzaam. Op warme, droge, stenige hellingen met vegetatieruigten en lage struiken in heuvelland en middelgebergten. Dwaalgast in Nederland; in Belgische Ardennen weinig verspreid.
Levenswijze
De opvallende staarten aan de achtervleugels hebben waarschijnlijk de functie insecten etende vogels te foppen. De vogels worden verleid de vlinder in de staarten te pikken, waardoor deze beschadigd kan worden, maar de aanval wel overleeft. De vlinder overwintert in het popstadium en komt meestal in het begin of in het midden van mei uit. De mannetjes scholen vaak samen bij een landschappelijk markant punt, zoals een heuveltop en stimuleren elkaar tot uitvoeren van baltsvluchten. Dit gedrag heet "hill topping". Tussen de vluchten door keren zij telkens terug op hetzelfde takje om even te rusten en beginnen dan weer opnieuw. Het vrouwtje legt kogelronde, witte eieren één voor één of paarsgewijs aan de onderzijde van de bladeren van de voedselplant. De voedselplanten zijn een aantal roosachtigen, zoals pruimenbomen, vooral ook sleedoorn en weichselboom, in het noorden soms meidoorn. De jonge rups is zwart met 2 witte punten op de rug en lijkt erg op die van de koninginnenpage. Na de tweede vervelling echter wordt ze groen met een onduidelijke, gele streep in het midden op haar rug. Ze is op die manier goed gecamoufleerd en valt, zittend op een blad, nauwelijks op. Mogelijke vijanden worden afgeschrikt door een plotseling uitstulpende structuur achter de kop (osmaterium). Vaak zit de rups op een gesponnen wit zijdekussentje. Vanaf juli vindt de verpopping plaats. De bruine gordelpop is meestal aan een takje van de voedselplant bevestigd. In het noorden kunnen er twee generaties worden gerealiseerd, in het zuiden zijn er minstens drie per jaar.