Hemaris fuciformis

glasvleugelpijlstaart

Spanwijdte vleugels 40-47 mm, mei-augustus

Kenmerken
Kleine, pelsachtig behaarde pijlstaartvlinder. Vleugels eerst licht beschubd, maar die vallen tijdens de eerste vlucht af, behalve de roodbruine schubben aan de vleugelranden.

Voorkomen
Lokaal vrij algemeen in Nederland en België op de Pleistocene zandgronden, inclusief kustduinen (onder andere op Texel), is na 1960 wel in het algemeen in aantal achteruit gegaan.

Levenswijze
De vlinder is dagactief. Lijkt in rust op een hommel, maar schiet tijdens de vlucht veel sneller heen en weer. Zuigt nectar van buisbloemen zonder erop te gaan zitten en bezoekt graag zenegroen en koekoeksbloemen. Rups groen, aan de buikzijde bruin en heeft dikwijls rode ringen om de stigma’s (ademhalingsopeningen). Ze leeft op walstro-achtigen en wilde en gekweekte kamperfoelie.

%LABEL% (%SOURCE%)