Lamia textor

weverbok

Lengte 15-30 mm, mei-juni.

Kenmerken
Doet uiterlijk sterk aan de aardbok denken, maar is iets groter. Zwart, dekschilden met grijsgeel behaarde vlekjes. Halsschild met tamelijk spitse doorns.

Voorkomen
In vochtige (wilgen)bossen langs rivieren, grienden. Niet algemeen meer in Nederland.

Levenswijze
De plompe weverbok vliegt zelden, hoewel de vleugels goed zijn ontwikkeld. Meestal kruipt hij traag rond over de bodem. De larven ontwikkelen zich in fris, sappig hout van wortels en de onderstam van (knot)wilgen, soms in populieren.

%LABEL% (%SOURCE%)