slanke dennensnuitkever
Lengte 6-9 mm, januari-december.
Kenmerken
Donkerbruin met gele haarvlekken, die op de dekschilden tot scheve dwarsbanden zijn gegroepeerd.
Voorkomen
In dennenbossen vrij algemeen. In Zuid-Europa in hoger gelegen streken dan in Noord-Europa.
Levenswijze
Larven ontwikkelen zich in de kroon van oude dennen onder schors.