kleine wolbij
Lengte 8-10 mm, mei-augustus.
Kenmerken
Borststuk roodbruin, de rest van het lichaam slechts weinig behaard. Achterlijf met paarsgewijs, witte dwarsvlekken en kleinere punten.
Voorkomen
Lokaal vrij talrijk op warme, droge terreinen met schrale vegetatie. In Nederland in kustduingebieden en Limburg; in België in het zuidoostelijke deel.
Levenswijze
De bij nestelt in de grond, vooral tussen stenen en los puin. Ze bouwt bijna ronde broedcellen uit plantenharen (300 2 g), die ze met stuifmeel en nectar van vlinderbloemigen, zoals wilde reseda, bevoorraadt.